We zijn op weg naar de hoogste berg van Nieuw-Zeeland, de Mount Cook met zijn top op 3745 meter. Onze 14-jarige-toyota-campervan maakt een brullend geluid maar baant zich een weg door de valleien bezaaid met talloze lupinen langs de oevers van de gletsjermeren. De besneeuwde top komt in zicht. De autoweg wordt wandelweg. Swingbridges loodsen ons over de kolkende rivieren tot aan een halfgesmolten gletser. Ijsblokken en zwart gesteente zijn de restanten van het laatste wintergeweld. Wij houden hier halt. De dappersten proberen met allerlei hulpmiddelen de top te bereiken. Maar het blijft een hachelijke onderneming. Dit getuigt de herdenksteen met de vele namen van een "one-way-ticket-mount-cook".